Pensioenakkoord 2019: wat zijn de belangrijkste wijzigingen?

Pensioenakkoord 2019: wat zijn de belangrijkste wijzigingen?

Maandag 17 juni 2019

Pensioenakkoord: wat zijn de belangrijkste wijzigingen?

Begin juni is een principeakkoord gepresenteerd over een toekomstbestendig en evenwichtig pensioenstelsel. Ook zijn er nieuwe afspraken gemaakt om ervoor te zorgen dat zo veel mogelijk mensen werkend en gezond hun pensioenleeftijd kunnen bereiken. Een van de plannen daarvoor is een minder snelle stijging van de AOW-leeftijd.

De wijzigingen voor pensioenopbouw en pensioenuitkeringen op een rij

  • Het pensioen wordt persoonlijker en transparanter doordat de opbouw meer gaat aansluiten bij de premie die mensen inleggen.
  • Het pensioen wordt sneller aangepast aan de economische situatie – sneller verhogen in goede, en sneller verlagen in slechte tijden.
  • De huidige regels om te korten worden tijdelijk aangepast om de kans op kortingen op de korte termijn te verkleinen.
  • Het kabinet investeert 800 miljoen euro om mensen te helpen gezond en werkend hun pensioenleeftijd te behalen. 
  • De AOW-leeftijd gaat minder snel stijgen.
  • Er komt ruimte voor werkgevers en werknemers om mensen met zwaar werk eerder te laten stoppen met werken.

Wanneer gaan de wijzigingen in?

Het kabinet, sociale partners en pensioenuitvoerders gaan de afspraken gezamenlijk uitwerken. Er wordt zo snel mogelijk gestart met het wetgevende proces voor de afspraken over de AOW-leeftijd zodat die wijzigingen op 1 januari 2020 ingaan. Het nieuwe pensioenstelsel moet twee jaar later ingaan.

Gezond en werkend de AOW-leeftijd bereiken

Zoveel mogelijk mensen moeten gezond en fit hun pensioenleeftijd kunnen bereiken. Het kabinet investeert daarom 800 miljoen euro tussen 2021 en 2025, en structureel 10 miljoen euro per jaar, in duurzame inzetbaarheid en scholing. Doel is dat mensen hun werk fysiek goed kunnen blijven doen en dat ze de vaardigheden houden om aan het werk te blijven op de arbeidsmarkt.

Wat wordt de nieuwe AOW-leeftijd?

Niet alle oudere werkenden voelen zich op dit moment in staat om de AOW-leeftijd op gezonde wijze te bereiken. De AOW-leeftijd is de afgelopen jaren snel gestegen en daarbij is niet altijd voldoende aandacht geweest voor duurzame inzetbaarheid. Daarom heeft het kabinet besloten dat de AOW-leeftijd de komende jaren minder snel zal stijgen. De AOW-leeftijd wordt twee jaar vastgezet op 66 jaar en 4 maanden. Daarna stijgt de AOW-leeftijd door naar 67 jaar in 2024. Vanaf 2025 zal de AOW-leeftijd niet 1 jaar stijgen per jaar dat we langer leven maar 8 maanden. De AOW-leeftijd blijft dus gekoppeld aan de levensverwachting maar in mindere mate.

AOW-leeftijd  berekenen

Als u op wijzeringeldzaken.nl/rekenhulpen/rekenhulp-aow-leeftijd-pensioenakkoord-2019/ uw geboortedatum invult, ziet u wat uw AOW-leeftijd wordt op basis van het voorlopig Pensioenakkoord 2019. Let wel op: het pensioenakkoord is nog niet definitief, want de Tweede en Eerste Kamer moeten de voorstellen nog goedkeuren. Ook stijgt de AOW-leeftijd mee met de gemiddelde levensverwachting van inwoners van Nederland. Als de gemiddelde levensverwachting verandert, geldt dat ook voor de AOW-leeftijd vanaf 2025. 

Eerder stoppen met werken

Bovengenoemde punten gaan met name over de AOW-leeftijd. In de praktijk horen wij vaak "ik moet doorwerken tot een bepaalde datum". Dit willen wij iets nuanceren. Het is goed om onderscheid te maken tussen de AOW-leeftijd (die de overheid bepaalt) en de pensioenleeftijd / pensioeningangsdatum in de pensioenregeling. De pensioenrichtleeftijd ligt inmiddels op 68 jaar, maar dit betekent niet dat u het pensioen niet eerder kan laten ingaan. 

Eerder stoppen kan dus nog steeds door het pensioen eerder te laten ingaan dan de AOW-uitkering. Het is dan wel raadzaam een overbrugging te regelen tot aan uw AOW. Deze kan namelijk (nog) niet vervroegd worden uitgekeerd. Als u hiermee op tijd begint, bijvoorbeeld door maandelijks alvast wat geld opzij te zetten voor extra inkomen voor later of om bij te sparen via de pensioenregeling van uw werkgever, kan eerder stoppen best haalbaar zijn.

Als gezond doorwerken echt niet meer mogelijk is, moeten mensen de keuze hebben om eerder te stoppen met werken. Daarom worden de bestaande mogelijkheid om te sparen voor verlof verruimd. Ook komt er tijdelijk meer ruimte om eerder te stoppen met werken. Werknemers en werkgevers kunnen onderling afspreken dat een werknemer tot drie jaar eerder met pensioen gaat. De werkgever kan dan het inkomen van de werknemer helpen overbruggen tot de AOW-leeftijd is bereikt, terwijl de werknemer deels kan putten uit zijn pensioen. Wel blijft het financieel aantrekkelijker voor zowel werkgevers en werknemers om door te werken.