Pensioenen korten: pensioenfonds vs. pensioenverzekeraar
Bouwt u pensioen op via uw werkgever? Dan volgt u waarschijnlijk met belangstelling de berichten over het korten op pensioenuitkeringen. Het is daarbij belangrijk onderscheid te maken tussen enerzijds pensioenfondsen en anderzijds pensioenverzekeraars. Verzekerde regelingen vallen buiten de huidige discussie over pensioenkortingen. Dit speelt uitsluitend bij pensioenfondsen en dus niet wanneer u deelneemt aan een verzekerde pensioenregeling bij een verzekeraar (zoals Aegon, Avéro Achmea, Delta Lloyd, Nationale-Nederlanden of Zwitserleven).
De problemen bij pensioenfondsen
Op 21 april 2016 berichtte de NOS het volgende over de lage dekkingsgraad bij pensioenfondsen:
De dekkingsgraden van de vijf grote pensioenfondsen zijn opnieuw verder gedaald, waardoor een verlaging van de pensioenen van miljoenen Nederlanders vanaf volgend jaar dichterbij komt. De dekkingsgraad - de verhouding tussen het vermogen van een pensioenfonds en de betalingsverplichtingen - moet volgens de wet 105 procent zijn. Of de fondsen daadwerkelijk de pensioenen moeten verlagen, hangt af van wat eind dit jaar hun dekkingsgraad is. Is die op dat moment lager dan 90 procent, dan moet ze korten.
Pensioenkorting alleen bij pensioenfondsen
De berichten over pensioenkortingen beperken zich tot pensioenen die worden uitgevoerd door pensioenfondsen. Zo’n 20% van de pensioenen in de tweede pijler is ondergebracht in een verzekerde regeling. Als de uitkering van een verzekeraar eenmaal is ingegaan, kan deze niet meer kunnen worden gekort (dit geeft ook na pensionering zekerheid).
Financiering pensioen verschilt tussen pensioenfonds en verzekeraar
Een kenmerkend verschil is daarnaast dat de werking bij pensioenfondsen meer neigt naar een 'omslagstelsel', zoals de AOW werkt, en bij pensioenverzekeraars het kapitaal/rentedekkingsstelsel. Onder een kapitaal/rentedekkingsstelsel verstaan we een pensioenstelsel, waarbij de werkgever voor de werknemer door premiebetaling voor diens eigen pensioen heeft betaald. Dit in tegenstelling tot een pensioenfonds waarbij iemands pensioen door de premiebetalers betaald wordt voor diens eigen pensioen maar ook voor die van andere pensioengerechtigden.
Geen eigen pensioenpot bij pensioenfonds
Bij een pensioenfonds heb je dus geen eigen pensioenpot maar deel je deze met alle anderen in het pensioenfonds. Indien er te weinig in de pot gespaard is dan ligt de dekkingsgraad onder de 100%. Dit stelsel is gevoelig voor:
- demografische veranderingen (als de bevolking vergrijst);
- de lage rente waardoor er meer geld in de pensioenkas aanwezig moet zijn. Dit is te bereiken door:
- meer premie te laten betalen door de werkenden,
- geen indexatie meer toe te passen,
- of de pensioenen te verlagen;
- het aantal werkenden ten opzichte van het aantal gepensioneerden (weinig werkenden ten opzichte van veel pensioengerechtigden betekent het eerder leegtrekken van de pensioenpot door de ouderen en dit zou dan door de weinig werkenden opgebracht moeten worden).
Verzekerde pensioenregeling
Bij een pensioenverzekeraar en dus een kapitaal/rentedekkingsstelsel worden de door de verzekerde premieplichtige in een bepaald jaar bijeengebrachte premies en de daarmee behaalde beleggingsresultaten gereserveerd voor een op een later tijdstip te verstrekken uitkering aan diezelfde verzekerde. Dit stelsel wordt door werknemers vaak meer gewaardeerd omdat iedere (extra) € 1,- premie-inleg ook echt wordt gebruikt voor (verbetering van) het eigen pensioen.
Advies pensioenregelingDit artikel is opgesteld door de pensioenadviseurs van VMD Koster verzekeringen op 22 april 2016.